Artikel 36 - Voorafgaande raadpleging
- NL
- EN
Artikel 36 - Voorafgaande raadpleging
1. Wanneer uit een gegevensbeschermingseffectbeoordeling krachtens artikel 35 blijkt dat de verwerking een hoog risico zou opleveren indien de verwerkingsverantwoordelijke geen maatregelen neemt om het risico te beperken, raadpleegt de verwerkingsverantwoordelijke voorafgaand aan de verwerking de toezichthoudende autoriteit.
2. Wanneer de toezichthoudende autoriteit van oordeel is dat de in lid 1 bedoelde voorgenomen verwerking inbreuk zou maken op deze verordening, met name wanneer de verwerkingsverantwoordelijke het risico onvoldoende heeft onderkend of beperkt, geeft de toezichthoudende autoriteit binnen een maximumtermijn van acht weken na de ontvangst van het verzoek om raadpleging schriftelijk advies aan de verwerkingsverantwoordelijke en in voorkomend geval aan de verwerker, en mag zij al haar in artikel 58 bedoelde bevoegdheden uitoefenen. Die termijn kan, naargelang de complexiteit van de voorgenomen verwerking, met zes weken worden verlengd. Bij een dergelijke verlenging stelt de toezichthoudende autoriteit de verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, de verwerker binnen een maand na ontvangst van het verzoek om raadpleging in kennis van onder meer de redenen voor de vertraging. Die termijnen kunnen worden opgeschort totdat de toezichthoudende autoriteit informatie heeft verkregen waarom zij met het oog op de raadpleging heeft verzocht.
3. Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke de toezichthoudende autoriteit uit hoofde van lid 1 raadpleegt, verstrekt hij haar informatie over:
a) indien van toepassing, de respectieve verantwoordelijkheden van de verwerkingsverantwoordelijke, bij de verwerking betrokken gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers, in het bijzonder voor verwerking binnen een concern;
b) de doeleinden en de middelen van de voorgenomen verwerking;
c) de maatregelen en waarborgen die worden geboden ter bescherming van de rechten en vrijheden van betrokkenen uit hoofde van deze verordening;
d) indien van toepassing, de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming;
e) de gegevensbeschermingseffectbeoordeling waarin bij artikel 35 is voorzien; en
f) alle andere informatie waar de toezichthoudende autoriteit om verzoekt.
4. De lidstaten raadplegen de toezichthoudende autoriteit bij het opstellen van een voorstel voor een door een nationaal parlement vast te stellen wetgevingsmaatregel, of een daarop gebaseerde regelgevingsmaatregel in verband met verwerking.
5. Niettegenstaande lid 1 kunnen de verwerkingsverantwoordelijken lidstaatrechtelijk ertoe worden verplicht overleg met de toezichthoudende autoriteit te plegen en om haar voorafgaande toestemming te verzoeken wanneer zij met het oog op de vervulling van een taak van algemeen belang verwerken, onder meer wanneer verwerking verband houdt met sociale bescherming en volksgezondheid.
Artikel 36 - Prior consultation
1. The controller shall consult the supervisory authority prior to processing where a data protection impact assessment under Article 35 indicates that the processing would result in a high risk in the absence of measures taken by the controller to mitigate the risk.
2. Where the supervisory authority is of the opinion that the intended processing referred to in paragraph 1 would infringe this Regulation, in particular where the controller has insufficiently identified or mitigated the risk, the supervisory authority shall, within period of up to eight weeks of receipt of the request for consultation, provide written advice to the controller and, where applicable to the processor, and may use any of its powers referred to in Article 58. That period may be extended by six weeks, taking into account the complexity of the intended processing. The supervisory authority shall inform the controller and, where applicable, the processor, of any such extension within one month of receipt of the request for consultation together with the reasons for the delay. Those periods may be suspended until the supervisory authority has obtained information it has requested for the purposes of the consultation.
3. When consulting the supervisory authority pursuant to paragraph 1, the controller shall provide the supervisory authority with:
(a) where applicable, the respective responsibilities of the controller, joint controllers and processors involved in the processing, in particular for processing within a group of undertakings;
(b) the purposes and means of the intended processing;
(c) the measures and safeguards provided to protect the rights and freedoms of data subjects pursuant to this Regulation;
(d) where applicable, the contact details of the data protection officer;
(e) the data protection impact assessment provided for in Article 35; and
(f) any other information requested by the supervisory authority.
4. Member States shall consult the supervisory authority during the preparation of a proposal for a legislative measure to be adopted by a national parliament, or of a regulatory measure based on such a legislative measure, which relates to processing.
5. Notwithstanding paragraph 1, Member State law may require controllers to consult with, and obtain prior authorisation from, the supervisory authority in relation to processing by a controller for the performance of a task carried out by the controller in the public interest, including processing in relation to social protection and public health.
Overwegingen
- NL
- EN
(94) Voorafgaande raadpleging
(95) Ondersteuning door verwerker
(96) Adviestaak toezichthoudende autoriteit bij wetgeving
(94) Voorafgaande raadpleging
(95) Ondersteuning door verwerker
(96) Adviestaak toezichthoudende autoriteit bij wetgeving
NL Implementatie
AVG Artikel | Onderwerp | NL Implementatie | Toelichting |
---|---|---|---|
36(5) | Voorafgaande toestemming bij taak van algemeen belang | x | Van de mogelijkheid om in deze gevallen categorisch voorafgaande toestemming verplicht te stellen, is geen gebruik gemaakt. |